De opleiding

De opleiding tot dierenarts kan je in Nederland alleen volgen aan de faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. De opleiding minimaal 6 jaar. Je maakt in het eerste jaar van je opleiding al de keuze of je je wilt specialiseren in gezelschapsdieren (honden, katten, konijnen, knaagdieren, etc), paarden of landbouwhuisdieren (koeien, schapen, varkens en kippen). Als vooropleiding is een VWO opleiding nodig met het profiel Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek. Soms is het mogelijk om toegelaten te worden zonder VWO diploma als er een HBO opleiding is gevolgd.

Bij deze opleiding is er een lotingssysteem om te bepalen welke studenten er worden toegelaten. Dat is gedaan omdat er erg veel aanmeldingen zijn en erg weinig plaatsen. De kans is groot dat je wordt uitgeloot, daarom kiezen jaarlijks ook een aantal studenten ervoor om in Belgie te gaan studeren (in Gent). Overigens maak je meer kans naarmate je cijfers hoger zijn.

In het eerste jaar van de studie wordt je basiskennis op universitair niveaul gebracht. Je volgt vakken als inleiding in de diergeneeskunde, celbiologie (bestudering van de cellen waar een dier uit is opgebouwd), histologie, embryologie, bouw & functie, biochemie, methode & statistiek, en genetica.
In het tweede jaar volg je vakken als (topografische) anatomie, bouw & functie, teelt, infectiebiologie, immunologie, pathologie en pathofysiologie. Ook komen de basisprincipes van de farmacologie aan bod. Verder wordt aandacht besteed aan management en praktijkvoering.
In het derde jaar volg je vakken als diagnostiek, ziekteleer, farmacotherapie. Daarnaast wordt dieper ingegaan op onderzoekstechnieken. In het vierde jaar volg je vakken als veterinaire volksgezondheid, verloskunde, anesthesiologie, diergeneeskunde en samenleving naast de klinische lessen. Als je de eerste vier jaar van de studie goed hebt afgesloten, wordt je docterandus Diergeneeskunde. Indien er een gemiddelde is gehaald van een acht of hoger met een maximum van drie zevens wordt hieraan de graad 'cum laude' toegekend.
Het vijfde en zesde jaar van de studie zijn met name praktisch gericht. In het vijfde jaar doe je een onderzoeksstage en loop je uniforme co-schappen.

Pas geheel na afloop van de zesjarige studie ontvang je je dierenartsdiploma. Daarna moet er vaak eerst nog praktische ervaring opgedaan worden onder begeleidng van een goede dierenarts in een goede kliniek. Een klein deel van de dierenartsen studeert daarna in een bepaald vakgebied nog enkele jaren door voor de titel Veterinair Specialist.